Als huurder heb je natuurlijk ook verplichtingen. Het is belangrijk dat je die goed nakomt. Daarom sommen we ze hier voor je op.
1. Domiciliëren
Zodra je een sociale woning krijgt, moet je je daar domiciliëren. Dit betekent: je inschrijven in het bevolkingsregister van de gemeente waar de woning ligt. Ook huurders die er later bijkomen, moeten zich op dat adres domiciliëren.
2. Huur op tijd betalen
Voor de 10de van de maand moet je de afgesproken huurprijs, samen met de huurlasten, storten op de rekening van Volkshuisvesting, zoals in het huurcontract staat.
Je moet aan Volkshuisvesting ook alle documenten die nodig zijn voor de huurprijsberekening. Volkshuisvesting vraagt die zelf per brief aan jou.
Als je betalingsproblemen hebt, waarschuw Volkshuisvesting dan op tijd. Op die manier kan er samen met jou naar een oplossing gezocht worden. Zo bouw je geen huurschulden op en loop je niet het risico je woning te verliezen.
3. Nieuwe gegevens meteen melden aan Volkshuisvesting
Jouw huurprijs hangt onder andere af van de grootte van je gezin. Daarom moet je meteen Volkshuisvesting verwittigen als je gezinssamenstelling verandert.
Als het aantal bewoners verandert, bijvoorbeeld door geboorte of overlijden, moet je dat binnen de maand schriftelijk aan Volkshuisvesting meedelen.
Ook als je huwt of wettelijk gaat samenwonen moet je dat samen met je partner binnen de maand aan Volkshuisvesting melden. Jullie moeten samen aan de toelatingsvoorwaarden voldoen. Als dat niet het geval is, mag je niet samenwonen in de sociale woning.
Als een feitelijke partner (= iemand met wie je niet gehuwd bent of waarmee je niet wettelijk samenwoont) na één jaar niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, mag hij of zij niet blijven inwonen.
Als er iemand anders bij je intrekt, moet de verhuurder hiermee akkoord gaan. Jouw woning mag door de inwoning niet te klein worden. Meer informatie hierover vind je hier.
4. Taalkennis (voor contracten vanaf 1/11/2017)
Alle meerderjarige huurders van Volkshuisvesting moeten 1 jaar nadat zij een huurcontract hebben ondertekend bewijzen dat men een basiskennis Nederlands heeft. Deze verplichting geldt voor alle huurders die hun huurcontract kregen op of na 1 november 2017.
Volkshuisvesting controleert dit exact 1 jaar na ondertekening van het huurcontract en zoekt zelf naar bewijzen of alle huurders voldoen aan de taalkennisvoorwaarde. Als Volkshuisvesting zelf geen bewijzen vindt, kan de huurder één van volgende bewijzen binnenbrengen om alsnog te voldoen:
- een bewijs waaruit blijkt dat de kandidaat-huurder beschikt over de basistaalvaardigheid Nederlands, uitgereikt door instellingen waarin het Nederlands de onderwijstaal is, die wettelijk of decretaal erkend zijn in het vereiste niveau
- een diploma, certificaat of ander document, behaald als bewijs van het voltooien van een opleiding die gevolgd is aan een onderwijsinstelling die gefinancierd, georganiseerd of gesubsidieerd wordt door Nederland, met uitzondering van de opleidingen gevolgd aan een onderwijsinstelling in Bonaire, Sint-Eustatius of Saba
- een diploma, certificaat of ander document, behaald als bewijs van het voltooien van een van de door de Vlaamse Regering bepaalde Nederlandstalige opleidingen in een onderwijsinstelling in Bonaire, Sint-Eustatius, Saba, Aruba, Curaçao of Sint-Maarten of in Suriname
- het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal van de Nederlandse Taalunie;
- een bewijs waaruit blijkt dat de kandidaat-huurder beschikt over de basistaalvaardigheid Nederlands, uitgereikt door de gewestelijke diensten voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling
- een taalcertificaat, afgegeven door het Selectiebureau van de Federale Overheid (SELOR) waaruit blijkt dat de huurder beschikt over de basistaalvaardigheid Nederlands
Een huurder die na 1 jaar nog geen basiskennis Nederlands bezit, kan bestraft worden met een boete tussen 25 en 5.000 euro, opgelegd door de toezichthouder van het Agentschap Wonen Vlaanderen.
5. Inschrijven bij de VDAB
Ben je werkloos en ben je jonger dan 64 jaar? Dan moet je jezelf inschrijven als werkzoekende bij de VDAB. Een huurder niet voldoet, kan bestraft worden met een administratieve geldboete, opgelegd door de toezichthouder van Wonen in Vlaanderen – afdeling Toezicht.
Volgende huurders moeten niet voldoen aan deze huurdersverplichting:
- personen die niet kunnen werken door arbeidsongeschiktheid, invaliditeit of een erkende handicap;
- personen die een leefloon ontvangen en over wie het OCMW beslist dat zij door billijkheidsredenen niet kunnen werken.
6. Het verwerven van een eigendom melden
Om een sociale huurwoning te mogen huren, mag je geen woning bezitten, zelfs niet een paar procent. Als jij of je kinderen nadien toch een woning of bouwgrond verkrijgen door een erfenis of schenking, dan moet je dit meteen aan Volkshuisvesting melden.
Als je huurder wil blijven dan moet je de woning of de bouwgrond verkopen. De woning moet binnen het jaar verkocht zijn, anders zal Volkshuisvesting je huurcontract opzeggen met een opzegtermijn van zes maanden. Als je binnen die termijn van zes maanden de woning toch nog kunt verkopen of ze voor negen jaar ter beschikking stelt van een sociale verhuurder, mag je blijven huren.
Om je bouwgrond te verkopen heb je vijf jaar de tijd. Heb je de bouwgrond niet verkocht binnen die termijn, dan wordt je huurcontract opgezegd. Ook hier geldt een opzegtermijn van zes maanden.
Als je de woning of bouwgrond zelf koopt, meld je dat natuurlijk aan Volkshuisvesting. Dan wordt je huurcontract onmiddellijk opgezegd met een opzegtermijn van zes maanden voor een woning en vijf jaar voor een bouwgrond.
7. Woning onderhouden
Na de huurperiode moet je de woning achterlaten in dezelfde staat als toen je er ging wonen. Dit staat beschreven in de plaatsbeschrijving die werd opgemaakt bij het begin van het huurcontract.
Als huurder moet je de woning dan ook goed onderhouden door regelmatig te poetsen, te verluchten, te verwarmen of kleine herstellingen uit te voeren (zoals afvoerbuizen ontstoppen, sloten onderhouden, zekeringen, stopcontacten en schakelaars te herstellen enzovoort).
Wat je zelf beschadigt, moet je zelf herstellen. Voor normale slijtage door ouderdom, ben je natuurlijk niet verantwoordelijk. Voor de zekerheid contacteer je best altijd even Volkshuisvesting.
Meer info over het onderhouden van de woning vind je op de pagina's Herstellingen en Onderhoudstips.
Je moet een medewerker van Volkshuisvesting toestaan om jouw woning te controleren op goed onderhoud of om herstellingen uit te voeren. Volkshuisvesting maakt hiervoor met jou een afspraak.
8. Ketel van de centrale verwarming onderhouden
Wettelijk gezien moet elke verwarmingsinstallatie op gas een onderhoudsbeurt krijgen elke twee jaar. Dit moet gebeuren door een erkende technicus gasvormige brandstof.
Volkshuisvesting regelt dit onderhoud zelf. Wij brengen jou hiervan op de hoogte.
De prijs van dit onderhoud wordt verdeeld over 24 maanden en zit mee in jouw huurprijs. Zo vermijden we een éénmalige hogere factuur.
9. De buurt leefbaar helpen houden
Het is belangrijk dat je rekening houdt met je buren en respectvol met hen omgaat. Bezorg hen geen last en draag zorg voor de gemeenschappelijke ruimten. Zo blijft het wonen voor iedereen aangenaam.
Bij sommige huisvestingsmaatschappijen werken bewonersgroepen samen aan de leefbaarheid van hun buurt of woonblok. Inlichtingen hierover krijg je bij Volkshuisvesting.
10. Je moet instemmen met een verhuizing naar een andere sociale woning in volgende gevallen:
- als er renovatie-, aanpassings- of sloopwerken aan de woning nodig zijn, waardoor je niet in de woning kan blijven wonen;
- als je in een overbezette woning woont (je mag maximaal 1 slaapkamer per persoon hebben + 1 extra), of in een woning die niet is aangepast aan de fysieke mogelijkheden van de bewoners;
- als de woning wordt verkocht;
- als de sociale woning aangepast is aan de noden van een persoon met een handicap die niet langer in de woning woont.